Vrijdag 12 en zaterdag 13 augustus
We zijn onderweg van Peterhead naar Kirkwall, een trach van ongeveer 105 mn. Gedurende de nacht neemt de aanvankelijk rustige zuidelijke wind krachtig toe, ruimend naar zuid-west wat tot gevolg heeft dat het schip behoorlijk begint te rollen. Een stukje schrijven (tikken) is er dan niet meer bij, mijn toetsenbord schiet van links naar rechts. Door de regen is er bar weinig zicht wat helemaal duidelijk wordt bij het ochtendgloren. Nog geen 2,5km zicht. Van de vele Orkney eilanden zijn allen enkel vaag de contouren zichtbaar. Bij het ronden van de noordpunt van Deernes richting Kirkwall neemt plotseling de wind in alle hevigheid toe, we meten snelheden van 35kn (8bft.) gelukkig hebben we de wind nu op de kop. De wind is zo krachtig dat mijn Gopro bevestigd met een zuignap aan de buitenkant van het schip los schiet, gelukkig heb ik hem geborgd met een koord.
Bij het aanleggen in de jachthaven van Kirkwall, ondanks haar redelijke beschutting, hebben we zowat alle fenders aan stuurboord nodig om de tube te sparen. De wind drukt het schip met alle kracht tegen de steiger. We zijn niet de enigen, links en rechts is men in rep en roer om boten veilig te stellen. Welkom in Kirkwall Orkney. De vele veerboten tussen de Orkney eilanden, die vlakbij aanleggen hebben daar weinig last van, vergeleken bij hun zijn wij maar klein grut. Het is een lust voor het oog om deze “cowboys” te zien binnenvaren, om vervolgens na hun (menselijke) vracht te hebben afgeleverd aan het eind van de dag schuin hangend in de bocht de pier te rondend hun nachtploeg op te eisen.
Kirkwall de hoofdstad van de Orkney’s met haar 70 eilanden waarvan het merendeel onbewoond, is 20.000 inwoners rijk. Rondom de monumentale, van prachtig rood bruin steen opgetrokken, kathedraal ligt het kleine stadscentrum van Kirkwall. Naast de winkels en de vele pubs uiteraard “Fish and chips”. Wij bezoeken het plaatselijke museum met een tentoonstelling over de WO1, nu precies honderd jaar geleden. De Orkney’s waren toen, vanwege de vele baaien het centrum van de Britse marine. Er is hevig gevochten rond deze eilanden en de restanten ervan zijn nog steeds zichtbaar in de vorm van een aantal bij laag tij half boven water komende scheepswrakken.
Inmiddels is het weer er niet beter op geworden, behalve de harde wind veel regen. We besluiten te blijven tot zondagochtend, beter weer verwachtend. Eind van de middag bezoeken wij ” Alberts Pub”, drinken local draught en communiceren met de wereld via wifi.
Zaterdag is een rustige dag, uitslapen, ontbijten, boodschappen. Een voorgenomen fietstocht laten we maar zitten, met windkracht 7 in de regen tegen een heuvel op laten we aan de profs over.
Aan het eind van de middag de gebruikelijke pint, de pubs zitten lekker vol en in de eerste worden we getrakteerd op onvervalste snoeiharde Britse jaren 80 hardrock uit de speakers. Dan toch maar weer terug naar Alberts pub, waar twee tv schermen ons op de hoogte houden van de olympische spelen en de premier league. De meeste stamgasten hebben stevige bemodderde laarzen aan, dit klimaat hoort bij hun.
We besluiten de dag met de obligate naar o zo lekkere “Fish and chips”. Met onze buiken vol staan we een uurtje later tot onze verassing buiten voor twee meer dan honderd jaar oude stoommachines die ons stoomfluitend begroeten. Als kleine jongetjes met open mond, en wij niet alleen draaien we rond dit imposante speelgoed. De dag kan niet meer stuk….
tot later, groeten de FS crew.