De vorige aflevering ben ik geëindigd met het bericht dat we in verband met de slechter wordende weersverwachting, en dan met name wat betreft de wind, we besloten een dag eerder te vertrekken uit Horta dan gepland.
Dat was zaterdagavond 20 mei.
Op een nagenoeg vlakke zee voeren we geruisloos, alleen het sonore geluid van de motoren was te horen, door de nacht naar Ponto Delgada op Sao Miguel, het grootste eiland van de Azoren.
Een goede nacht om uit te rusten voor degenen die geen wacht hadden.
Laat nou uitgerekend Joost weer wat te melden hebben, tijdens zijn dienst hoorde hij een luide klap onder de boot , gevolgd door een krrrrrrrrrrrrrrrrrr achtig geluid, volgens hem afkomstig van de schroeven.
Peter en ik hadden weer eens niks gehoord, en verder merkten we aan het vaargedrag ook niets bijzonders, maar goed, we zouden in Ponto Delgada, eenmaal in de haven met onze duikapparatuur het onderwaterschip voor de zekerheid maar gaan inspecteren.
De nieuwe dynamo die ons in het vooruitzicht gesteld was op de Azoren zou ons persoonlijk bezorgd worden, zo was ons medegedeeld door Peter Wierenga, hoofd technische dienst van No Limit Ships Shipyards te Groningen.
Hij had de nachtbus naar Brussel genomen en vandaar het vliegtuig naar Ponto Delgada. Hij zou ook met ons mee naar Vigo, dat leek hem wel leuk en ons leek het ook wel leuk.
En ook makkelijk, een wachtloper erbij is niet verkeerd.
In afwachting van zijn komst werd Ponto Delgada een beetje verkend, het is de meest toeristische stad die we gezien hebben, een soort Zandvoort met enkele hoge flatgebouwen die afbreuk doen aan de wel zeer authentieke straatjes die er achter liggen. Ryanair en Disney Cruiseschepen komen hier af en aan, dus ook hier heeft de moderniteit toegeslagen.
Tegen vieren arriveerde Peter, hij had bij de landing onze boot al zien liggen in de haven die praktisch naast het vliegveld ligt.
Om zijn komst te vieren zijn we uit eten gegaan bij Mercado de Peix, een van de betere visrestaurants en bestelden respectievelijk haai, zwaardvis, papegaaivis en tonijn. Over de smaak werd wisselend geoordeeld, ik vond de tonijn lekker.
De volgende dag was er werk aan de winkel, Peter B en Joost B gingen boodschappen doen voor de komende vijf dagen op zee, richting Vigo.
Peter W en ik gingen aan de slag met het vervangen van de dynamo, dat wil zeggen hij ging aan de slag en ik keek toe.
Vervolgens de oliepeilbuis gerepareerd, die was gebroken waardoor diesel in de bilge liep, daarna nog een vlotter vervangen in de doucheafvoer van de voorste badkamer en tenslotte met de duikfles op de rug om de beurten de schroeven, roeren en romp geïnspecteerd. Geen beschadigingen geconstateerd, ook geen touw of andere rotzooi in de schroeven.
Peter en Joost waren inmiddels bezakt en bepakt teruggekeerd met hun proviand, ze hadden een half uur naar boven moeten lopen voor ze een grote supermarkt hadden gevonden.
Behalve kok ben ik ook nog pakezel bromde hij.
Om hem te troosten zijn we weer uit eten gegaan op de wal nadat we eerst nog even 2500 liter diesel hadden getankt en hadden uitgeklaard bij de havenmeester, de politie en de douane.
De immigratie was er niet, daar hoefden we niet op te wachten want die was er wel vaker niet. Ze zouden het wel doorgeven dat we weggingen.
Die avond, tegen negenen, na voorlopig ons laatste avondmaal aan de wal zijn we vertrokken richting Vigo aan de Noordspaanse westkust.
De weersvooruitzichten waren niet bijzonder gunstig, dat wisten we.
Wind pal uit het noorden met toen nog kracht 5.
Ook golven en stroming tegen.
Zolang we aan de zuidkant van het eiland voeren nog goed te doen met de beschutting van het eiland maar zodra we aan de oostkust van Sao Miguel de koers verlegden naar het noordoosten wisten we weer dat we hier niet op het Paterswolde Meer aan het toeren waren.
Het was en is stampen en rollen dat het een aard heeft.
De boeg die meters omhoog klimt tegen de metershoge golven als een steigerend paard om even later met een klap weer in het golfdal terecht te komen.Een prachtig gezicht maar minder goed voor ons gestel.
In de voorste hut, de masterbedroom waar de kapitein slaapt is het een grote tombola geworden, een knekelhuis, een martelkamer.
Wie daar ligt te slapen, zweeft/vliegt het ene moment om het volgende moment keihard te landen op een heel andere plek dan waar er is opgestegen.
In de hutten in het achterschip, waar Peter B en J.B bivakkeren is het wat dat betreft beter te harden. Peter W slaapt in de kombuis, volgens zijn zeggen is het een naar zeetje, hij is ook niet te benijden.
U hoort mij verder niet klagen, bij thuiskomst ziet u alleen wat schaafwonden en kneuzingen.
Ik ben inmiddels wel verhuisd naar de achterbank in de stuurhut, beetje smal maar allà.
Wat een verandering sinds een paar dagen, geen zon meer, geen azuurblauwe zee, geen aangename warmte meer, het is hier koud (15 graden Celsius), het is hier overal grijs, de lucht is grijs, het water is grijs, de boot is grijs.
Het enige wat nog een beetje kleur geeft aan het leven is het rode reddingsvlot en de oranje dinghy.
Daar moeten we ons figuurlijk maar aan vastklampen.
Lezers, tot zover de stand van zaken aan boord, we moeten nog even doorstompen, de wind neemt vandaag en morgen nog verder toe, we zien er allen een beetje verhabbezakt (Achterhoeks) uit maar het komt goed.
Tot over een dag of twee, dan weet u of we in Vigo zijn aangekomen.
Groeten van de hele bemanning aan het thuisfront en allen die ons volgen op de site van NoLimitships.com en Motorboot.com
Edzard B., schipper naast God